Dat ene telefoontje kost de baas ongeveer een uur, want de MAMBO-chef weet uitvoerig uit te leggen wat er allemaal op je af komt met die reis. 3 meerdaagse wandelingen, variërend van behoorlijk zware beklimmingen (Chirripo, hoogste punt van Costa Rica) tot afzien in de jungle (de tropische regenwouden van Corcovado). Een driedaagse raft-tocht, 2 dagen ATB-en en daar tussen door verschillende rustpunten in de vorm van strand.
De lengte is 23 dagen. Het enthousiasme wordt steeds groter en met de ontvangen reisgids wordt in de omgeving gezocht naar gegadigden, hetgeen niet al teveel moeite kost. Het probleem van een groep kleiner dan 5 man wordt door MAMBO subtiel opgelost. De eerste 10 dagen hebben we een gids, die andere 13 dagen worden qua transfers aan elkaar geknoopt door MAMBO-hulptroepen in Costa-Rica zelf. We plakken er zelf nog 2 weken achteraan, zodat het totaalpakket er uiterst aantrekkelijk uit ziet. Vertrek half december ’98.
Algemeen
Costa Rica oftewel ‘de rijke kust’, zo gedoopt door Columbus himself,
nadat hij rond 1502 voet aan wal zette. Een land dat als een vreemde eend
in de Midden-Amerikaanse bijt gezien mag worden, want ze hebben geen leger
en het is politiek relatief rustig.
Qua levensverwachting neemt Costa-Rica een onverwacht hoge plaats op de wereldranglijst in. Alleen in Japan en Frankrijk leven de mensen langer. Dat ontbijt is zo slecht nog niet. De nationale munteenheid is de Colone, maar betalen in US-dollars kan ook, behalve in supermarkten. Traveler-cheques werken er ook en zelfs de credit-card is regelmatig te gebruiken. Kortom, een land dat redelijk ingesteld is op het toerisme.
La Fortuna
Na een buitengewoon goede vlucht (United Airlines) wordt rond 00.30 uur ‘s
nachts voor het eerst voet gezet op Costaricaans grondgebied. Gids Remco staat
ons al op te wachten en met een taxi worden we gedropt bij Hotel Aranjuez.
Om meteen maar in het ritme te komen wordt de wekker op 6.00 uur gezet, zodat
we de vroege bus naar La Fortuna kunnen nemen. Het ontbijt (geen paniek, er
is ook gewoon brood) smaakt en vooral de vers gemaakte fruit-juices zijn populair.
De bustocht naar La Fortuna is, gezien de verhalen vooraf, redelijk comfortabel
en duurt ongeveer 4 uur. In Fortuna is de grootste bezienswaardigheid de actieve
vulkaan Arenal.
Bij goed zicht kan je ‘s avonds naar de voet van de vulkaan rijden en spectaculaire erupties meemaken, begeleid door luid gerommel en uiteindelijk de lava-stromen naar beneden zien rollen.
Bij aankomst ligt hij echter dik in de wolken, het regent en de het ziet er niet naar uit dat er van enige opklaring sprake zal zijn. De lokale bevolking, die hoofdzakelijk hun geld verdienen met vervoer van toeristen naar de voet van de vulkaan, doet zijn uiterste best om ons anders te doen geloven.
De hoeveelheid regen neemt serieuze vormen aan en van het originele plan (één nacht op de camping aan de voet van de vulkaan overnachten) wordt wijselijk afgeweken. Goedkope lodges genoeg en dan spoel je in ieder geval niet weg. Er wordt onder meer een ochtend rondgehangen in Tabacon Resort. Warm-water bronnen die het laatste beetje Hollandse stress weten af te voeren. Daarnaast wordt een korte wandeling (1 uur enkele reis) gemaakt naar de plaatselijke ‘Catarata de La Fortuna’, een waterval. Prachtig gelegen met de mogelijkheid om er te zwemmen. Verder worden er voorbereidingen getroffen voor de volgende fase: Santa Rosa. De branders worden gecontroleerd (we moeten zelf koken) en er wordt alvast wat eten gekocht. De vulkaan zelf hebben we dus amper gezien (In onze ‘eigen’ twee weken zijn we er weer langs geweest en toen was er wel goed zicht, dus je moet een beetje geluk hebben).
Na aankomst worden voor het donker de tenten nog opgezet, waarna er een duik genomen wordt in de zee met aantrekkelijk hoge golven. De kustlijn is prachtig en de zonsondergang is van een zeldzame schoonheid. Vervolgens wordt de maaltijd in elkaar gedraaid en nadat de wasbeertjes ons nog wat vreemd aangekeken hebben, gaan we genieten van een welverdiende nachtrust.
Vanuit Samara moet het mogelijk zijn om de volgende kustplaats (Playa Carillo) lopend te bereiken. Deze pogingen lopen echter spaak door het opkomende tij. Houdt er rekening mee dat heen en terug lopen in één keer zowiezo niet mogelijk is.
Onderweg wel veel vissende pelikanen te bezichtigen.
Na een dagje rust wordt het weer tijd voor aktie. Met behulp van lokale bussen wordt koers gezet naar Nicoya. De bussen zijn oud, rammelen aan alle kanten en zitten propvol en dat maakt het leuk. De vele kleine kinderen kijken vol bewondering naar die grote wezens met die blanke huid. In Nicoya houdt het bus-traject op, alsook de geasfalteerde weg. De laatste 15 kilometer wordt m.b.v. een aftandse taxi over een weg vol stof en kuilen afgelegd. De omgeving is prachtig en de heuvels van Barra-Honda kun je van ver al zien liggen. Na inschrijving in het park (we zijn de enige !!) wordt er wat gegeten, waarna we zo’n 2 uur wandelen door de bossen, heuvel-op, om uiteindelijk terecht te komen bij DE attractie van dit park, de grotten. Onderweg hoor je, door hard op de grond te stampen, al wat holle geluiden. We dalen 20 meter af via een touwladdertje en een touw en starten vervolgens een wandeling (kruip-door, sluip-door) door prachtige grot-formaties.
Als de wekker om 3.30 gaat komt dat even hard aan. Om 4.00 worden we opgepikt door een busje (inclusief onze lokale gids voor deze drie dagen) dat ons naar het startpunt van de wandeling brengt. Eerst gaan we langs een hotel om wat te ontbijten en de overtollige bagage achter te laten. Na de wandeltrip wordt dit onze slaapplaats. De eerste kilometers van de wandeling zijn zwaar. Het gaat behoorlijk steil omhoog en er zijn weinig plaatsen te ontdekken waar het minder steil wordt. De benen moeten er even aan wennen en het zweet gutst van het lijf. Het pad is goed begaanbaar en de omgeving waardoor gelopen wordt is indrukwekkend. Alras lopen we boven de wolken en na ongeveer 10 kilometer komen we bij de eerste rustplaats. We eten wat (zelf voedsel meenemen !!) en vullen de waterflessen bij.
De volgende ochtend word je wakker met een koude neus en het vraagt dan ook enige moed om het inmiddels warme bed te verruilen voor de kou (in de hut is het niet veel warmer dan buiten). We starten vroeg met de trip naar de echte top. Regen en wind stellen ons wederom op de proef en de verleiding wordt groot om te nokken, maar we bijten door. Het laatste stuk is klimmen met handen en voeten en na 2 uur zijn we er eindelijk. Op de top waai je bijna weg, dus wat foto’s maken, je naam in het boek kalken en snel weer naar beneden. Anderhalf uur later zijn we weer in de hut en volgt de geijkte procedure. Slaapzakken, dekens en warme soep. In de middag wordt nog een extra wandeling gemaakt naar de Crestones, ook mooi.
Uvita
Het wordt tijd voor een rust-periode en dus wordt de richting verplaatst
naar Uvita. Een plaatsje aan de kust waar onder meer de hulptroepen van MAMBO
(in de vorm van Bart) de transfers zullen verzorgen en onze gids zal afhaken.
De busreis door het Costaricaanse heuvellandschap naar de kust is mooi. Na
het eindpunt van de bus (Uvita) moeten we nog 10 km met een taxi voordat we
ons hotel vinden, Villas Gaia. Het hotel wordt gerund door Hollanders, ver
van de bewoonde wereld, maar ziet er buitengewoon perfect uit. Een ideale
plek om de kerstdagen door te brengen.
De eerste dag (1e kerstdag) krijgen we een kerstbroodje bij het ontbijt. Bart pikt ons om 9.30 uur op. We gaan met een hele club naar Dominical. Een plaatsje in de buurt dat wordt gezien als een paradijs voor golf-surfers. Dat moeten we ook eens proberen. Als we met onze plank echter bij de golven aankomen, blijken deze hoog, erg hoog. Na een eerste verkeerde inschatting, dat een gigantische klapper oplevert, wordt de verdere middag met beleid gezocht naar wat lagere golven……
Raften
Bart pikt ons op rond 6.00, want we moeten naar San Isidro om ons
te melden bij de raft-company. Bedoeling is om in drie dagen een groot gedeelte
van de Rio General te bevaren. Het eten en de slaapplaatsen zijn onderweg
verzorgd. De huidige waterstand (we zitten in de droge periode) zorgt er voor
dat de gradaties van de te nemen versnellingen (normaal 4-5) enigszins aangepast
moeten worden. Dit geeft wel meteen de gelegenheid om tijdens het raften niet
alleen oog te hebben voor je eigen overlevingskansen, maar ook te genieten
van de prachtige natuur. We varen eigenlijk door een canyon en zien ontzettend
veel vogels. De gastvrijheid, vriendelijkheid en het gebrek aan efficiency
van het Costaricaanse volk wordt duidelijk als bij de eerste slaapplaats maar
liefst 10 crew-leden aanwezig zijn om er voor te zorgen dat drie toeristen
zich op hun gemak voelen. Het eten is perfect en als bij een kampvuur ‘s
avonds de gitaar tevoorschijn komt, dan is Nederland heeeel ver weg.
Fietsen
Na het raften worden we afgeleverd bij ons hotel in San Isidro, waar
vandaan de fietstocht zal starten. We naderen echter nieuwsjaarsdag met rasse
schreden en na het fietsen volgt de trek door Corcovado. Dus moeten we alvast
wat inkopen gaan doen om ons voedsel en water voor de komende dagen zeker
te stellen. De fietstocht start (anders dan in de folder staat) vanaf San
Isidro en voert ons door de heuvels naar de kust, waarbij we uiteindelijk
eindigen vlak bij ons eerdere hotel in Uvita. De kwaliteit van de fietsen
is verrassend hoog. Fietsen met vering en goede remmen, die niet onbelangrijk
blijken te zijn in het verdere verloop van de trip. De eerste 20 kilometer
fietsen we langs de Pan-American Highway, hetgeen ook wel apart is. De drukte
van het verkeer valt mee en de fietsen rijden goed. Daarna slaan we af en
begeven ons richting de voor ons liggende heuvels. De wegen worden smaller,
de kuilen worden talrijker en het valse plat wordt langzaam maar zeker steil.
De omgeving is prachtig. We rijden langs de koffieplantages en fietsen door
dorpjes waar normaal gesproken geen toerist te vinden is. We zijn behoorlijk
gesloopt als we uiteindelijk de plek van onze overnachting (midden in de rimboe)
hebben gevonden en duiken op oudejaarsavond erg vroeg onder de dekens.
De volgende dag is minder vermoeiend. Wat we gisteren geklommen hebben, moeten we nu weer naar beneden, hetgeen gezien de gesteldheid van de wegen ook nog een hele kunst is. Er moeten af en toe nog wat klimmetjes genomen worden, maar rond het middaguur melden we ons weer bij Villas Gaia, waar we de nacht zullen doorbrengen. Een beetje moe, maar voldaan is het credo. Bart komt ’s avonds nog even checken en het vervolg doorspreken. Morgen 5.00 uur vertrek naar Corcovado…..
Parc nacional de Corcovado
We maken ons op voor de laatste etappe in de reis, een trek door het nationale park van Corcovado, het laatste stukje tropisch regenwoud in Midden-Amerika. Bedoeling is om de eerste dag dwars door het oerwoud naar de kust te lopen. Vandaar via de kust weer terug naar de bewoonde wereld. Onderweg zijn grote bunk-houses, waar ook gegeten kan worden. Water moet je zelf meenemen.
Bart is in ieder geval stipt op tijd om ons weg te brengen. We rijden eerst 3 uur over grindwegen naar La Palma, waar een lokale gids ons zal ontmoeten. Als we hem gevonden hebben, gaan we richting Los Pathos, het startpunt van de wandeling. Er ontstaat echter één probleem: na 5 kilometer komen we volledig vast te zitten in de bagger. De weg lijkt wel een moeras en er ontstaan sombere gezichten. Nadat de auto van Bart weer vlot getrokken/geduwd is, ontstaan er twijfels of we wel door zullen rijden. Een tico die toevallig van Los Pathos afkomt deelt ons echter mede dat de weg verderop nog slechter wordt (dat kan bijna niet) en het wijze besluit is snel genomen, we gaan terug en gooien de plannen om. We rijden naar Carate en vandaar wandelen we een klein stukje naar het eerste bunkhouse, La Leona. De tocht naar Carate is een avontuur op zich. De weg is ongelofelijk slecht en Bart z’n auto krijgt het zwaar te verduren, hetgeen begeleid wordt met verschillende krachttermen van de eigenaar. 2.5 uur over 30 kilometer geeft de problemen aardig weer, maar uiteindelijk halen we Carate. We pakken onze spullen en starten met de wandeling naar La Leona. We moeten opschieten, want het begint vloed te worden en dan haal je het niet. Binnen een uur zijn we er. De beheerdster van La Leona (een moeke die de hele dag in de keuken te vinden is) heeft eten en verse vruchtensappen voor ons klaar staan en we komen weer een beetje op krachten.
De volgende ochtend gaan we vroeg uit de veren om het 16 kilometer verderop gelegen La Sirena te bereiken. Ik loop op sandalen en dat blijkt een goede keus, gezien het feit dat je veel over het strand loopt. Onderweg zie je de echte voorbeelden van de oerbomen, zoals je die in een oerwoud verwacht en lopend door het oerwoud is het nooit stil. Geluiden van apen, ritselende struiken, vogels wisselen elkaar af. We zijn in ongeveer 4 uur Bij La Sirena, een bunkhouse midden in het oerwoud. Ze hebben een prachtige veranda, waar je uitzicht hebt op het oerwoud en de geluiden van allerlei dieren door elkaar kunt horen, zoals, papagaaien, toecans, apen, etc. Een verrekijker is aan te bevelen. Er komt zelfs een toecan op de rand van de veranda een kijkje nemen !!
In de middag maken we een kano-tocht op de rivier ‘Sirena’. De dichtheid van het oerwoud valt nu pas echt op. Hoogtepunt tijdens de kano-tocht is wel het zien van de zogenoemde ‘Jesus Christ’. Een soort hagedis die over het water kan lopen. We zien hem voor de kano langs van de ene kant naar de andere kant van de rivier rennen, prachtig.
‘s Avonds wordt er gegeten in de ‘eetzaal’, waar we eerst een scarlet macaw weg moeten jagen voor we uiteindelijk naar binnen kunnen.
De volgende morgen lopen we terug naar Carate, worden daar opgepikt door een taxi en eindigen uiteindelijk in Puerto Jiminez, het eindpunt van de door MAMBO georganiseerde onderdelen en het begin van onze eigen twee weken invulling.
De
homepage van Rik de Wildt. Reisverhalen, fotoverslagen en interessante
linkjes |
reisverhalen |
Costa Rica, "Pura Vida" 1998/1999 | Beklimming
Mont Blanc 1999 |
Patagonie, 'fin del mundo' 2001/2002 |